Stichting Regionale Veteranendag

Noord-West Veluwe

Militaire onderscheiding

Een militaire onderscheiding is (doorgaans) een medaille die wordt toegekend aan een militair voor goed of bijzonder gedrag. Sommige onderscheidingen worden toegekend omdat iemand een bepaalde tijd in dienst is, sommige omdat iemand aan een bepaalde campagne of vredesoperatie heeft deelgenomen; maar de hoogste onderscheidingen worden toegekend voor moed in oorlogstijd.

De hoogste Nederlandse militaire onderscheiding is de Militaire Willems-Orde (MWO).

De Orde van Oranje-Nassau wordt ook "met de zwaarden" uitgereikt.


Onderscheidingen van de Bond van Nederlandse Militaire Oorlogs- en Dienstslachtoffers en andere verenigingen van veteranen

• Het Bondskruis van de Bond van Nederlandse Oorlogs- en Dienstslachtoffers

• De Bondsmedaille voor meerjarig lidmaatschap van de Bond van Nederlandse Oorlogs-

  en Dienstslachtoffers

• De Bondsmedaille van de Bond van Wapenbroeders

• Het Borstkruis van de Stichting Vriendenkring van oud-Natzweilers

• Het Erekruis voor Verdienste van de Nederlandse Bond voor Oud-Strijders

• Het Kruis van Verdienste van de Koninklijke Vereeniging van Nederlandsch-Indische

  Oud-Strijders van Land & Zeemacht "Je Maintiendrai" 1903

• Het Kruis van Verdienste van de Nationale Bond "Het Mobilisatiekruis"

• Het Borstkruis van de Stichting Vriendenkring van oud-Natzweilers 1940-1945

• Het Kruis van Verdienste van de Koninklijke Vereniging van Nederlandse Reserve-

  Officieren 1960

• Het Verenigingskruis van Verdienste van de Nederlandse Bond van Oud-Strijders -

   Veteranen Legioen Nederland 1983-1986

• Het Verenigingskruis van Verdienste van de Bond van Wapenbroeders 1986

• Het Verenigingskruis van Verdienste van de Nederlandse Bond van Oud-Strijders-

  Veteranen Legioen Nederland


Links:

Draagvolgorde van de Nederlandse onderscheidingen

Lijst van Nederlandse onderscheidingen

Besluit militaire medailles

Nederlandse Ridderorden en Onderscheidingen


Baretten, Medailles en Batons

Ook het Nederlandse leger staat bol van de tradities en gebruiken. Elk krijgsmacht-onderdeel heeft zo zijn eigen manier(en) om zich te onderscheiden van de andere.

De baretkleur is een van de vele manieren om zich binnen het standaard groen/camouflage kleurige gevechtstenue en het nette Dagelijks Tenue (DT) een eigen imago aan te kunnen meten en het saamhorigheidsgevoel onderling te versterken. Mede daarom zijn er diverse gekleurde baretten in omloop binnen de Nederlandse krijgsmacht.


- De standaard uitgereikte groene Baret, gedragen door de Landmacht met daarop boven

 het linkeroog het wapen van het betreffende onderdeel.

- De rode baret (Luchtmobiele Brigade) voortgekomen uit de bekende para baret uit de

 Tweede Wereldoorlog

- De steenrode UN / VN Baret (Multinational Force & Observers) in de Sinaï woestijn

- De blauwe Baret (UNIFIL en UN / VN Vredesmachten / Koninklijke Marechaussee)

- De (fel)groene Baret (Korps Commandotroepen)

- De zwarte Baret (Cavalerie en Korps Mariniers alsook de Veteranen)


Geschiedenis

Het eerste gebruik van voorlopers van de baret vinden we in de Griekse oudheid. Vijfhonderd jaar voor Christus droegen de Grieken de zogeheten ‘pilos’, een dopvormig hoofddeksel wat later ook werd gemaakt van metaal als deel van de bepantsering van de soldaten destijds.


Zoals met een aantal andere Griekse uitvindingen werd ook de ‘pilos’ door de Romeinen enkele honderden jaren opnieuw ontdekt. Men noemde het de ‘Beretino’ en dit was de eerste echte vorm van een moderne baret zoals we die tegenwoordig zien. De Romeinen zijn ook degenen geweest die de kleurcodering aan de baret hebben gekoppeld. Binnen het Romeinse rijk was het bijvoorbeeld aan de aristocraten voor behouden om een witte baret te dragen. Zo’n 300 jaar na de geboorte van Christus is de baret opgerukt tot voorbij de rand van het Romeinse rijk. In Spanje draagt men de baret veelvuldig in Romeinse koloniën. Hierdoor is waarschijnlijk de baret geïntroduceerd in de rest van Europa. De Basken adopteren de baret zelfs als hun nationaal hoofddeksel. Samen met de Spanjaarden noemden ze het de ‘Boina’. Rond 1900 komt de baret aan in Frankrijk. De Fransen noemen het hoofddeksel ‘Beret’, een term die al snel door de Engelsen wordt overgenomen. Beret komt van het Latijnse woord ‘Birretum’ wat Pet betekend en de baret is dan ook een van de meest elementaire vormen van een pet.


De Baret als onderdeel van het uniform

De baret wordt al eeuwen gedragen, echter alleen door de burgerbevolking.

In 1918 trainde de Franse ‘Alpine Wapenen’ tezamen met een Brits tankregiment.

De populariteit van de baret bij deze specialistische eenheid van de Fransen (die een zeer grote baret droegen) werkte aanstekelijk bij de Engelsen. De Britse commandant zag in de baret een uiterst functioneel hoofddeksel voor zijn eigen troepen. Ook de Franse tankbestuurders droegen een baret, maar deze baret was ook helemaal wat de Britse commandant in gedachten had. Thuisgekomen combineert hij beide Franse modellen met de Schotse variant van de baret, de ‘Tam o’shanter’ en kwam met een nieuw hoofddeksel wat hem ideaal leek voor zijn eigen mensen.


Tegenwoordig draagt iedere Britse eenheid een baret, op de Ierse en Schotse eenheden na. Een van de meest bekende Britse voorbeelden is de beige baret van het SAS regiment, de Special Air Service. Ook bij Defensie in Nederland draagt men veelvuldig baretten: denk maar eens aan de felgroene baret de kenmerkend is voor de mannen van het Korps Commando Troepen (KCT) van de Landmacht. Bij vredesmissies van de VN wordt de lichtblauwe baret gedragen en de para/ luchtlandingstroepen dragen van oudsher de rode baret.


Pikant detail echter is dat de fransen de baret gespiegeld dragen aan alle andere dragers van de baret. Waar normaal het baretembleem boven het linkeroog wordt gedragen en de flap rechts langs het hoofd, dragen de Fransen het baretembleem boven het rechteroog, terwijl de flap van de baret bij hen aan de linkerzijde langs het hoofd valt.


De Steenrode Baret

Deze werd gedragen door de leden van de Multinational Force & Observers in de Sinaï woestijn. Op 13 januari 2000 is de Identiteitsgroep Steenrode Baretten (ISB) opgericht. De ISB maakt sinds 16 juni 2000 deel uit van de Bond van Wapenbroeders (BvW), een landelijke vereniging van ex-militairen en actief dienende militairen van de Nederlandse Krijgsmacht alsmede oud-verzetslieden en opvarenden van de Koopvaardij uit de Tweede Wereldoorlog. De BvW, dus ook de ISB, is niet categoriegebonden; dus zowel (ex)officieren als (ex)onderofficieren en (ex)korporaals/ manschappen kunnen hiervan lid worden.


De Rode Baret

Is de onderscheidende baret(kleur) voor leden van parachutisten-, luchtlandings- (airborne) en luchtmobiele eenheden. Eenheden die een rode baret dragen worden gerekend tot de Special Forces van een land. In Nederland geldt dat voor leden van 11 Air Manoeuvre Brigade, bestaande uit een landcomponent, 11 Luchtmobiele Brigade, en een luchtcomponent, de Tactische Helikopter Groep (THG). Op 22 juni 1940 riep de Britse premier Winston Churchill op tot de vorming van een korps van tenminste 5.000 paratroepers. Op het burgervliegveld van Manchester, Ringway, in Engeland, werd een parachutistentrainingsschool geformeerd en onder andere No. 2 (Dutch) Troop – het latere Korps Commandotroepen – oefende daar.


In oktober 1941 kreeg de Britse generaal Frederick ‘Boy’ A.M. Browning de opdracht tot het formeren van een Airborne Division. De baretkleur werd rood, ook wijnrood, kersenkleurig of maroon genaamd. Op 29 juli 1942 is de rode baret formeel als hoofddeksel door de Britse legerleiding ingevoerd; uit de Airborne Division werd het Parachute Regiment geboren. Tijdens de Tweede Wereldoorlog leverde het Parachute Regiment maar liefst 17 manoeuvrebataljons in de voorste linies.


De legende wil dat de kleur van de Airborne Division / Parachute Regiment-baret is gekozen door de Britse schrijfster Daphne du Maurier (1907-1989), de toenmalige echtgenote van generaal Browning. In 1943 kreeg 509th Parachute Infantry als eerste Amerikaanse eenheid de rode baret toegewezen. Browning zelf voerde in de Tweede Wereldoorlog het bevel over het 1st British Airborne Corps, waartoe behalve de 1st British Airborne Division ook 82nd (US) Airborne Division (“All American”) en 101st (US) Airborne Division (“Screaming Eagles”). Deze eenheden namen bijvoorbeeld deel aan de geallieerde landingen in Normandië op D-Day én operatie Market Garden (Slag om Arnhem).


De eerste Nederlandse rode baretten, naar Brits voorbeeld, dateren van de oprichtingsdatum van de 1ste Parachutistencompagnie van het Korps Speciale Troepen (KST), 1 mei 1947. Ook het KST was een voorloper van het huidige Korps Commandotroepen. Het KST – en de daarmee verbonden School Opleiding Parachutisten (SOP) – hadden als standplaats vliegbasis Andir op Bandung in Nederlands-Indië. Na een periode van 38 jaar zonder rode baretten in Nederland (in 1955 werd het dragen van de rode baret van KST/SOP verboden ter bevordering van de eenheid van tenue én het gegeven dat Nederland géén parachutisteneenheid meer had), ontvingen in 1993 de eerste leden van 11 Luchtmobiele Brigade de rode baret. Deze brigade bestaat uit drie infanteriebataljons, als gevechtstenueheden een genie-, luchtverdedigings- en mortiercompagnie en als gevechtssteunverzorgingseenheden een bevoorradings-, geneeskundige en herstelcompagnie.


De (fel)groene Baret

In de zomer van 1940 werd het plan opgevat door luitenant-kolonel D. Clarke en Sir Winston Churchill kleine elite-eenheden te trainen voor het uitvoeren van speciale missies tegen het Nazi-Duitsland wat op dat moment Europa onder de voet liep. Al spoedig werden er Britse militairen opgeleid tot de zwaarst getrainde eenheden ooit, opererend in kleine groepen. Deze militairen werden aangeduid als Commando’s; een woord ontleend aan de kleine eenheden van de Hollandse Boeren in de Zuid-Afrikaanse Boerenoorlog.

De eenheden bleken een succes. Het onderscheidende symbool voor de commando’s werd de Groene Baret.


De Groene Baret wordt internationaal over het algemeen gedragen door commando-eenheden, hoewel in enkele landen ook andere (niet-commando) eenheden met een nagenoeg soortgelijke baret getooid zijn. Daarmee wordt de traditie voortgezet van de commando-eenheden zoals die in de Tweede Wereldoorlog zijn ontstaan. In Nederland zijn alleen de militairen, die de zware Elementaire Commando Opleiding (ECO) bij het Korps Commandotroepen (KCT) in Roosendaal met goed gevolg hebben voltooid, gerechtigd tot het dragen van de groene baret. Samen met hun groene baret hebben zij tevens een diploma / certificaat uitgereikt gekregen. Door andere legereenheden wordt de drager van de groene baret ook wel liefkozend 'graspol' genoemd.


De donkerblauwe Baret

Gedragen door het Korps Mariniers, de Cavalerie (tanks), Koninklijke Marechaussee en Veteranen.


Een donkerblauwe baret met een blauwe embleem achtergrond en zilverkleurig baretembleem (een gestileerde W met een zogeheten springende granaat). Dit model werd tot 1998 gedragen. Nassaublauwe baret met zwart vlakje met daarop de springende granaat: Deze baret wordt sinds 1998 gedragen door alle militairen die werkzaam zijn bij de Koninklijke Marechaussee. Door middel van de lauwerkrans rond de springende granaat wordt er onderscheid gemaakt tussen rangen en standen. Geen lauwerkrans: manschappen, halve lauwerkrans: onderofficieren, volledige lauwerkrans: officieren.


Medailles

Om de militair te onderscheiden voor diverse in zijn loopbaan gehaalde mijlpalen heeft men binnen Defensie tevens de mogelijkheid om de militair te decoreren met een of meerdere medailles. Tijdens de Regionale Veteranendag wordt het bijzonder gewaardeerd als de veteranen hun medailles dragen. Echte deze dienen dan wel model te zijn opgemaakt en te worden gedragen boven de linkerborstzak. Het veteraneninsigne en eventueel de witte anjer dienen op de rechter revers te worden gedragen. Hoewel er geen officieel voorschrift is voor het dragen van onderscheidingen door veteranen, worden in deze de richtlijnen zoals deze zijn vastgelegd in het voorschrift Ceremonieel van de Krijgsmacht en het Veteranen Platform gevolgd.


Batons

Batons zijn kleine stukjes lint, 27 bij 11 millimeter in formaat, welke door personen in uniform gedragen worden ter vervanging van draagmedailles. Deze batons worden naast elkaar in één of meerdere rijen gedragen boven de linkerborstzak. Bij de landmacht, luchtmacht en het Nederlandse Rode Kruis in rijen van vier. Bij de marine en de politie in rijen van drie.


Medailles, welke dezelfde kleur lint hebben, kunnen in miniatuurvorm op de baton worden gedragen. Sterren, kronen of palmen worden op de baton gedragen, ter onderscheid van graden. Bij ridderorden worden zogenaamde rozetten op de baton gedragen. Bij de graden hoger dan officier wordt er onder deze rozet een stukje galon gedragen, aan beide zijden van de rozet 5 millimeter uitstekend. Bij commandeur is deze galon geheel zilver, bij grootofficier half goud / half zilver en bij het grootkruis geheel goudkleurig.

Hieronder kunt u de draagvolgorde der Nederlandse onderscheidingen bekijken. Binnen deze draagvolgorde zijn de meeste Nederlandse onderscheidingen opgenomen sinds 1815. Sommige hiervan zijn nooit als baton gedragen, maar zijn wegens compleetheid opgenomen.